SURVIVAL CARE PLAN
Het Survival Care Plan is een handleiding voor huisartsen die controle en nazorg verlenen in het kader van de I CARE studie bij hun patiënt die in opzet curatief behandeld is aan coloncarcinoom.
​
In het Survival Care Plan is het controle schema opgenomen, inclusief de vervolgstappen indien onderdelen van de controle afwijkend zijn. Daarnaast biedt het Survival Care Plan een handleiding om nazorg te verlenen. Beide onderdelen zijn gebaseerd op bestaande landelijke richtlijnen.
​
Het Survival Care Plan is een uitgebreid document. Het is echter niet vereist dat alle onderwerpen van het Survival Care plan aan bod komen tijdens een consult met de patiënt. U kunt het document gebruiken indien er problemen worden gesignaleerd of als naslagwerk in het algemeen.
​
Klik op onderstaande knop om het volledige Survival Care Plan in te zien.
CONTROLE SCHEMA
De landelijke richtlijn voor controle na coloncarcinoom behandeling adviseert periodieke spreekuurcontroles met bepaling van de tumormarker CEA (carcino-embryonal antigen), beeldvorming van de buik en colonoscopie gedurende vijf jaar aansluitend na de behandeling.
​
CEA
Normaalwaarde voor een gezonde volwassene ligt tussen 0 en 2,5 µg/L. CEA kan verhoogd zijn als er een recidief is van het coloncarcinoom, maar ook in geval van (chronische) ontsteking, galblaasontsteking, leverafwijkingen en bij rokers. Om die reden is de normaalwaarde verhoogd tot 5 µg/L. Bij een verhoogd CEA (> 5.0 µg/L) wordt geadviseerd de bepaling na 6 weken te herhalen. Als het CEA na 6 weken blijft stijgen, is direct overleg met de specialist geïndiceerd. Bij een forse stijging in korte tijd is direct overleg met de specialist raadzaam.
De sensitiviteit voor een lokaal recidief en levermetastase zijn 60% en 72% respectievelijk. De specificiteit voor een lokaal recidief en levermetastasen zijn respectievelijk 86% en 91%.
CEA wordt iedere 3-6 maanden bepaald, behalve bij patiënten met een T1N0 tumor.
​
Echo abdomen
Met dit onderzoek kunnen (lever)metastasen worden gedetecteerd. De echo abdomen heeft een sensitiviteit van 57% en een specificiteit van 97%. Een echo is dus niet goed in het opsporen van levermetastasen, maar als de echo positief is, is de kans op een metastase groot. De echo wordt bij alle stadia behalve T1N0 halfjaarlijks uitgevoerd in de eerste twee jaar en jaarlijks in de daarop volgende 3 jaar.
Indien de echo niet goed uitvoerbaar is, is een CT-abdomen geïndiceerd.
Indien er op de echo, dan wel de CT scan aanwijzingen zijn voor een metastase is direct overleg met de specialist aanbevolen.
Er is onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing voor een X-thorax om metastasen op te sporen en een thoraxfoto wordt daarom niet geadviseerd.
​
Colonoscopie
De landelijke richtlijn adviseert om 1 jaar na de operatie een colonoscopie uit te voeren.
Afhankelijk van het aantal, de grootte en lokalisatie van de poliepen, adviseert de MDL arts om de 3 tot 5 jaar een colonoscopie te herhalen. Colonoscopie is het meest betrouwbare onderzoek naar colonpoliepen, daarom hoeven de controle patiënten die dit onderzoek periodiek ondergaan niet mee te doen aan het bevolkingsonderzoek.